
werkwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in een zin. Soms is het alleen de persoonsvorm, maar 2 of zelfs 3 werkwoorden kan ook.
Johan heeft de lakens gewassen. -> de persoonsvorm is "heeft", maar ook "gewassen" is een werkwoord. Het werkwoordelijk gezegde is: "heeft gewassen"
LET OP! Als er "te" of "aan het" bij een werkwoord staat, hoort dit bij het gezegde!
Piet staat te huilen -> werkwoordelijk gezegde: staat te huilen
Jasper is aan het fietsen -> werkwoordelijk gezegde: is aan het fietsen
